De zen van het hardlopen

Dit is een interview van Abhinabha Tangerman met Pradeep Hoogakker. Pradeep is één van de leden van het Sri Chinmoy Meditatie Centrum Den Haag.

Voor sommigen is hardlopen een hobby, voor anderen een sport. Er zijn ook mensen die de loopschoenen onderbinden uit spirituele motieven. Het lopen van ultramarathons – alle hardloopraces langer dan de marathon (42 km) – kan leiden tot hogere inzichten. ‘Dat gevoel van overgave en tijdloosheid is diep bevredigend.’

In zijn boek The Marathon Monks of Mount Hiei beschrijft auteur John Stevens de onorthodoxe methode van een handjevol Japanse monniken die het boeddhistische klooster op Mount Hiei nabij Kyoto bewonen. Als onderdeel van hun streven naar spirituele verlichting ondergaan enkelen van hen een programma dat de meest doorgewinterde ultraloper koude rillingen zou bezorgen. Deze ‘uitdaging van duizend dagen’ bestaat uit zes loodzware meerdaagse hardloopetappes, uitgespreid over zeven jaar. Gekleed in een wit gewaad met strohoed en met gevlochten sandalen als schoeisel leggen de monniken op het hoogtepunt van deze tour de force 100 dagen achtereen een afstand af van 84 kilometer, oftewel twee marathons per dag. Tijdens het lopen worden tempels en heiligdommen bezocht. Er mag niet worden gedronken en niet worden gestopt om uit te rusten. Om twaalf uur ’s nachts wordt er gestart op kronkelige bergpaden waar het in de wintermaanden vriest. Voor de monnik die de proeve doorstaat wacht naast spirituele groei de titel ‘heilige meester van de hoogste graad’.

De Japanse monniken van Mount Hiei zijn niet de enigen die het hardlopen hebben verheven tot spirituele discipline. Begin mei werd in New York de Self-Transcendence 10 Day Race gehouden, een ultramarathon van tien dagen en nachten lang. Organisator van de race was het Sri Chinmoy Marathon Team, een sportorganisatie verbonden aan een meditatiecentrum dat is opgericht door de Indiase goeroe Sri Chinmoy. Chinmoy, die vorig jaar op 76-jarige leeftijd overleed, stond naast dichter en kunstenaar ook te boek als een meer dan capabele gewichtheffer en geloofde in het “onbeperkte potentieel van de ziel”. De ultramarathons die in zijn naam worden georganiseerd gaf hij het predikaat ‘self-transcendence’ (letterlijk: zelf-overstijging) mee. Het streven is via de races de eigen fysieke en mentale grenzen te verleggen.

Hagenaar Pradeep Hoogakker deed als enige Nederlandse loper mee aan de tiendaagse in New York. Hij beschouwt het hardlopen ook als een pad naar het hogere. Hoogakker, geboren als Mark, werd in 1999 leerling van Sri Chinmoy die hem in 2007 de Indiase naam Pradeep gaf, dat “lamp van het hart” betekent. Na enkele reguliere marathons en een estafetteloop van Den Haag naar de Zwarte Zee, deed hij vorig jaar voor het eerst mee aan een grote ultramarathon. Toen liep hij tijdens de Self-Transcendence 6 Day Race in zes dagen tijd twaalf marathons.

Dit jaar waagde hij zich aan de tiendaagse variant, een uitdaging die hem tot de grens van zijn kunnen dreef. “Mensen zeggen altijd ‘je raakt zeker in trance van tien dagen rennen’, maar zo is het niet. Al na twee dagen is er een constant gevoel van pijn. De eerste blessures komen op, je voeten doen vreselijk zeer en je denkt: mijn God, nog acht dagen, hoe hou ik het vol? Dan begint de race eigenlijk pas.”
Erg plezierig klinkt dat allemaal niet.

“Nee, leuk is anders. En zo voel je je dan een dag of drie á vier. Maar langzaam maar zeker ontstaan er in je geest rustpauzes tussen die aanhoudende schreeuw om ermee te willen stoppen. En op een gegeven moment verdwijnt die en kan je je helemaal overgeven aan het moment. Dat gevoel van overgave en tijdloosheid is heel diep bevredigend en vervullend. Je beseft je dat het eigenlijk niet uitmaakt of je gelukkig bent of niet en of je pijn hebt of niet, maar dat het gewoon mooi is dat je leeft en überhaupt hier op aarde bent om die ervaring te hebben.”

In de tien dagen legde hij een afstand af van 774 kilometer. Toch rijst ook de vraag of al dat hardlopen nog wel gezond is. Maar volgens Hoogakker is het lichaam tot veel meer in staat dan we denken. “Uit wetenschappelijk onderzoek is dat ook gebleken: alle lichaamsfuncties verbeteren na een ultramarathon.” En hoewel hij tijdens het lopen ook blessures oploopt, gaan die al even snel weer over. “Dat komt enerzijds omdat je lichaam in zo’n hoge staat van paraatheid verkeert. Maar ook de hele sfeer en magie van de race, de spirituele flow die je voelt, zorgen voor een sneller herstel.”

Voor de Japanse marathon monniken was de beloning voor hun ontberingen van innerlijke aard. Aan het einde van hun 1000 dagen zijn ze één geworden met de berg, schrijft Stevens in zijn boek. ‘De vreugde van de oefening is hen geopenbaard en alles is iedere dag weer nieuw. De sterren en de lucht, de stenen, planten en bomen zijn de trouwe metgezellen van de monnik geworden,’ zo heet het. Hoogakker beschrijft iets soortgelijks. “Je loopt langs het meer, je ziet de zonsopgang en je hebt het gevoel dat alles ademt in hetzelfde ritme, alsof je de hartslag ervan hoort. Alles is dan onderdeel van dat wonder dat leven heet.”
Wie geïnspireerd is geraakt door het ultralopen hoeft niet naar New York, maar kan ook in Nederland terecht. Het Sri Chinmoy Marathon Team is ook in Amsterdam actief en organiseert twee maal per jaar ultraraces in het Amsterdamse Bos.

Meer informatie: nl.srichinmoyraces.org/
The Marathon Monks of Mount Hiei van John Stevens, Uitgeverij Shambala, ISBN: 9780877734154